Excelsior in Zaventem is een grote naam uit de Belgische annalen die vandaag vrijwel vergeten is. Nochtans konden deze rasauto’s de vergelijking doorstaan met de beste buitenlandse merken zoals Hispano, Bentley of Mercedes.
Excelsior was het geesteskind van ingenieur Arthur De Coninck (° 14 juni 1876 in Sint Amandsberg bij Gent)
Geboeid door de auto vestigde hij zich in 1903 in Brussel aan de Tervurenlaan 4-6. De “Compagnie Nationale Excelsior” was geboren. In 1905 stelde Excelsior 3 modellen onder eigen naam voor, de 16, 22 en 30pk.
De zaken liepen goed en in 1907 stichtte De Coninck met Lucien Chaussette de firma “A. De Coninck & Cie” op. Op het einde van 1909 werd de maatschappelijke benaming van het bedrijf opnieuw gewijzigd tot “SA des Automobiles Excelsior”.
Om aan de steeds groeiende vraag te kunnen voldoen werden op 7 juli 1910 ook de gebouwen en machines overgenomen van de firma “Usines de Saventhem” (net daarvoor gefusioneerd met Belgica) die in vereffening was.
In 1927 fusioneert Excelsior met Imperia. In 1929 verlieten de laatste Excelsior-modellen de fabriek in Zaventem. In 1932 is het dan definitief gedaan met Excelsior. Zo eindigde het verhaal van dit Belgisch merk, dat wellicht het meest geëvolueerd was op technisch vlak en wellicht het mooiste palmares op sportief vlak verzamelde.