KAHN 1950-1952
Elsene (Brussel)
Robert Kahn was een mecanicien uit Elsene die in 1950 een 500 cc racewagen liet bouwen aangedreven door een motor van F.N., de KAHN Speciale 1. Helemaal hertekend tijdens de winter 1951-1952 volgde de KAHN Speciale 2, die volledig werd herzien, een lagere, mooiere en beter afgewerkte carrosserie had en werd aangedreven door een BMW tweecilinder boxermotor. Er kwam echter geen vervolg op dit initiatief, net zomin als op de plannen om een eigen tweecilinder V-motor te bouwen met onderdelen van Indian en BSA.
Eind 1910 wordt op het Salon van Parijs een PIPE 80 pk voorgesteld met een KELLNER koetswerk. Het ging om een vrij futuristische gesloten wagen met V-vormig windscherm.
Verder schijnt er weinig informatie over te blijven over de activiteiten van KELLNER, naar wie echter ook nog verwezen werd op het Salon van Brussel in 1930.
KLEINSTWAGEN (Ets DE REUCK) 1951-1952
Gent
Geïnspireerd op een kleine nogal rudimentaire auto van Duitse origine, worden enkele prototypes gebouwd door de Etn. De Reuck uit Gent, die worden voorgesteld op het Salon van Brussel in 1952. Er worden enkele prototypes gebouwd met coupé- en cabriocarrosserie met twee zitplaatsen. Ze hadden een vering met rubberen ringen en vier onafhankelijke wielen. Krachtbron was een watergekoelde JLD tweecilinder tweetakt met 400 cc. Er was ook sprake van een luchtgekoelde tweecilinder tweetakt boxermotor met een inhoud van 350 cc.
Uiteindelijk werd de KLEINSTWAGEN nooit gecommercialiseerd.
KNAP (Société de Construction Liégeoise d’Automobiles) 1897-1899
Rue des Wallons vervolgens rue Lairesse 83 – 85 in Luik
De lichte KNAP driewielers, met een aangedreven achterwiel, werden ontworpen door de van Troyes afkomstige Franse technicus Georges Knap en werden vanaf 1897-1898 in Luik gebouwd. Ze waren geïnspireerd op de auto’s van Léon BOLLEE.
Krachtbron is een horizontale monocilinder met 4 pk, electrische ontsteking, twee versnellingen en kettingaandrijving.
De eerste KNAP auto’s werden in Luik in het Café National, waar een rijwielsalon plaatsvond, voorgesteld. Vervolgens gebeurde dat op de tentoonstelling van Brussel, in maart 1899. Het was fietsenhandelaar Loppart die de KNAP auto’s verdeelde, er werden zelfs wedstrijden enkel voor klanten georganiseerd. In Engeland werd dit voertuig onder de merknaam “The Tourist” verkocht, maar het was snel gedemodeerd en werd na 1899 niet meer gebouwd.
Knap keerde terug naar Frankrijk waar hij nog motorfietsen en auto’s met eencilindermotor zou bouwen.
De Belgische firma “Société de Construction Liégoise d’Automobiles” verwierf de licentie voor de bouw van de Amerikaanse DUREYA automobielen die ze tot 1903 zou bouwen en die verdeeld werden door een merkgarage gevestigd aan de Hippodroomlaan 147 te Brussel.
KOPPEL (Compagnie Belge de Vélocipèdes) 1901
rue de Fétinne n°60, Luik
In 1901 bouwde KOPPEL enkele lichte auto’s met eencilindermotor die achteraan was gemonteerd en het achterwiel aandreef via een tandwielstel.
De auto had een “tonneau” koetswerk met vier plaatsen, toegang tot de motor werd verwezenlijkt door de carrosserie op te tillen. De motor werd gestart met een hefboom naast de zetel. De voorkant van het chassis behuisde de stuurinrichting en kon worden losgekoppeld van de achterkant waarin de motor was gemonteerd. De publiciteit voor het merk draaide ronde het gebrevetteerde “KOPPEL systeem”.