Belgische constructeurs – H

HERMES (H.I.S.A)     1906-1909
Bressoux (Luik)

Deze Belgisch-Italiaanse onderneming (HERMES ITALIANA s.a.) werd op 10 juli 1906 opgericht door de Italiaanse senator Frigero. Zij had twee exploitatiezetels: een in Napels en een in Luik, waar een zeer moderne fabriek werd ingericht.

Van de korte tijd dat deze fabriek bestond onthouden we de 4 cil. 20/24 pk met T-cilinderkop, vierversnellingsbak en cardanaandrijving, en een chassis in staal van bij Dyle en Bacalan. De krachtbron was gemonteerd in een soort van “wieg” vergelijkbaar met de zelfdragende structuur van onze moderne auto’s. Er werd een model geëxposeerd op het Salon van Parijs in december 1906.

Baron Pierre de Caters lag aan de basis van deze Belgische fabriek en van het technisch ontwerp van deze auto die zich onderscheidde door zijn betrouwbare constructie. In 1908 werd een versie met 40 pk bij 1.300 t/min gebouwd. Ze was voorzien van een motorblok in aluminium en een dubbele ontsteking met Bosch magneto. De motorkap in de stijl van de Renaults en de schuine radiator onderscheidden hem van het vorige model.

De industriële crisis maakte dat de fabriek stopte in 1909, de hoge productiekosten van de auto’s liet niet toe de strijd aan te gaan met de buitenlandse concurrentie die over veel meer kapitaal beschikte. Enkele HERMES (H.I.S.A.) namen deel aan sportieve wedstrijden, zoals de “Coupe de la Commission sportive de l’A.C.F.”, de heuvelklim van “Spa-Malchamps” en van “Château-Thierry” en in 1908 aan de “Beker van Oostende”, maar nooit met een opvallend resultaat.

Wikipedia

HERMES (MATHIS-HERMES)     1912-1914
Bressoux (Luik)

Op het Salon van Brussel van 1912 verschijnt opnieuw het merk HERMES (of MATHIS-HERMES of nog MATHIS type HERMES) ditmaal geproduceerd door de fabriek “s.a. Appareils Mécaniques et Engrenages” uit Bressoux.

Het gaat om drie modellen afgeleid van de MATHIS auto’s, met een monoblok motor met zijkleppen en een uit de aslijn geplaatste krukas: de 8/10 (65 x 110), de 12 (70 x 120) en de 16 (90 x 120).

Het waren lichte en economische auto’s die kort van zich lieten spreken: in 1912 veroverden ze de “Beker van de Koning” tijdens de Grote Prijs van de RACB, ze namen succesvol deel aan de “Coupe de la Meuse” en aan de heuvelklim van Spa-Malchamps. Het bedrijf werd in 1914 geliquideerd.

HEYMANS S.A.     1955
Brussel

Dit Brusselse carrosseriebedrijf bouwde op een Mercedes-chassis type L een meubelwagen om het autopark van de firma Vandergoten te vervolledigen.
Dit voertuig werd geëxposeerd op het Salon van Brussel in 1955 door MATINAUTO. Het werd aangedreven door een zescilinder dieselmotor met een inhoud van 4.580 cc, die 100 pk ontwikkelde bij 2800 t/min.

HOFLACK     1901
Cortonstraat 33, Ieper

Deze firma, geleid door François HOFLFACK, bouwde verschillende lichte auto’s, aangedreven door een 3,5 pk watergekoelde ASTER motor, gekoppeld aan een tweeversnellingsbak. De firma Hoflack was ook importeur voor België van de motorfietsen “Lamaudière et Larbre”.

HOUGET (Société de constructions de machines)     1904
Verviers

Vanaf 1825 is dit bedrijf bekend in de streek van Verviers voor zijn onderzoekswerkwerk voor stoommachines, vervolgens voor de bouw van stoomtrams en -treinen met wielen voorzien van soepele loopvlakken. De firma HOUGET gaat zich pas interesseren voor automobielen rond de eeuwwisseling wanneer ze de vertegenwoordiger wordt voor de firma die in België en Nederland de motoren van Gorbon-Brillé verdeelt, de voorloper van de automobielen NAGANT.

Aangemoedigd door het enthousiasme van die tijd, gaat de firma HOUGET zich toeleggen op de bouw en de ontwikkeling van een auto, gebaseerd op de plannen van ingenieur Jules Lambin. Een eerste brevet wordt neergelegd in 1903 voor een stoommachine en het jaar daarop wordt een eerste stoomaangedreven prototype gepatenteerd: het ging om een chassis aangedreven door een compound stoommotor.

Dit voertuig werd “La Thaïs” gedoopt en zijn voorstelling op 5 juli 1904 was zeer in het oog lopend. Deze schitterend werkende achtcilinder compoundmotor met 90 pk nam deel aan de heuvelklim van “Spa-Malchamps” en vervolgens aan de”Coupes de la Meuse” in 1904, maar zonder succes, omdat hij nog niet echt op punt stond. In 1905 nam hij ook nog deel aan de “Semaine Automobile de Liège”, bestuurd door Adrien Houget.

In 1906 ontploft de stoomketel van deze wagen door overdruk, en hij wordt niet meer hersteld. De plannen van ingenieur Lambin worden niet verder ontwikkeld, dit type van voertuig blijkt immers te ingewikkeld en te zwaar, gezien de grote hoeveelheden cokes en water die moeten worden meegevoerd.

Adrien Houget wordt een van de belangrijkste aandeelhouders van de firma DASSE en voorzitter van de Automobile Club Verviétois. De gieterij, waar nog 500 mensen werken in 1930, zet haar activiteiten als producent van textielmachines voort tot in 1966. Dat jaar wordt de firma overgenomen door een Italiaanse groep.