Minerva

Zoals bij veel andere merken het geval was, kende het bedrijf een bescheiden begin en een tragisch einde. Het verhaal begon in 1889, wanneer Sylvain de Jong (°Amsterdam 1868) in Antwerpen een winkel met Engelse fietsen opende. In in 1895 begon hij samen met zijn twee broers Henri en Jacques en met drie Antwerpse handelaars fietsen te maken onder de naam “Mercury Cycle Co”. In 1897 begon Sylvain zijn eigen bedrijf (S. de Jong & Co), en de merknaam werd Minerva naar de Romeinse godin van de wijsheid en de kunsten. Zij vestigden zich in de oude stijfselfabrieken Servais in de Jacobsstraat. In 1898 werd een terrein gekocht op de hoek van de Briart- en de Boomkwekerijstraat waar een fabriek werd gebouwd. In 1900 produceerde de Jong 200 fietsen per week. Omdat de fietsenmarkt stilaan verzadigd raakt gaat men op zoek naar diversificatie. Hij besliste een model met een motor uit te rusten. Dit gebeurde simpelweg door een ¾ pk 172 cc ZL (Zürcher & Lüthi (CH)) aan de voorste framebuis van een Minerva-fiets te monteren. ZL bezat immers de octrooi om de motor op een fiets te monteren tussen het onderkader en en het voorwiel. Later kocht Minerva de licentie van Zürcher & Lühti en ging deze eencilinders zelf bouwen.

In 1904 veranderde de bedrijfsnaam in “Minerva Motors Ltd.” met zetel in London (die verhuisde in 1908 naar Antwerpen) en David Citroen, een Nederlander die importeur voor Groot-Brittanië was, werd mededirecteur. In 1904 werd, na een aantal eerdere pogingen, het bouwen van personenwagens ernstig overwogen. Er werd een groot terrein aangekocht tegenover de fabriek en in december 1904 werd een gloednieuwe fabriek met 3 verdiepingen ingehuldigd. Deze nieuwe fabriek is gebouwd langsheen de Karel Oomsstraat.

In Engeland vond Minerva een verdeler, net name Charles S. Rolls, niemand minder dan de latere vennoot van het merk Rolls-Royce.

Op het Salon van London in 1908 stelde Minerva een volledig nieuw model voor dat bepalend zou zijn voor de rest van haar geschiedenis met als motto “hoe stiller hoe beter”. Toen het bedrijf in 1908 de rechten op een nieuwe stille motor kocht, de Knight-schuivenmotor, begon het echt goed te gaan. Minerva werd bekend om zijn luxueuze, goed afgewerkte, snelle, op maat gemaakte auto’s. Al snel kende het gegoede deel van de wereldbevolking Minerva. Leden van de koningshuizen van België, Nederland, Noorwegen, Hongarije, Roemenië, Thailand en India, mensen van adel, filmsterren en grote bedrijfsleiders zoals Henry Ford, kunstenares Anna Boch reden rond in een Minerva uit Antwerpen. De productie van auto’s ging echter ten koste van motorfietsen, waarvan de productie in 1908 werd gestopt.

Op vraag van de Belgische staat, bouwde Minerva een serie pantserwagens op basis van een 38 pk onderstel met dubbele achterwielen, voorzien van pantserplaten en een Hotchkiss mitrailleur. De Duitsers bezetten de fabriek in Antwerpen en bouwden die om tot een reusachtige werkplaats voor het herstellen van militair materieel. Inmiddels bereidde de Jong in Nederland zijn toekomstige modellen voor.

In 1919 werd de productie terug opgestart. Zoals de meeste van zijn concurrenten koos Minerva in de loop van 1922 een radiatormascotte. Dit was de bekende Minerva-kop, een werk van beeldhouwer Pierre De Soete.

In 1924 werd de fabriek te Mortsel opgestart. In 1926 werd het remvermogen merkelijk verbeterd dank zij de toevoeging van servo-remmen, systeem Dewandre. Het bedrijf had meer dan 6500 werknemers, en in 1927 wilde oprichter Sylvain de Jong uitbreiden. Daarvoor had hij nieuw kapitaal nodig van investeerders waardoor zijn eigen belang in de onderneming verwaterde. In 1928 overlijdt de Jonge aan kanker. Op 24 oktober 1929 crashte de beurs van New York. Er was een drastische verlaging in de vraag naar luxe-auto’s.

In 1934 ging Minerva ten onder aan de economische recessie. Het bedrijf fuseerde met een ander Belgisch automerk, Imperia. Het bedrijf bleef bestaan. Tijdens de tweede wereldoorlog gebruikte de Duitse bezetter de fabrieken van Minerva in Mortsel als “Frontreparaturbetrieb Erla VII’” voor de opslag en fabricage van vliegtuigonderdelen. Bij een mislukte geallieerde aanval op de Erla-fabriek op 5 april 1943 vielen in Mortsel meer dan 900 burgerslachtoffers (de bommen vielen meer dan een kilometer van hun doel).

Na de Tweede Wereldoorlog werd het bedrijf “Nieuwe Maatschappij Minerva N.V.” opgericht door Mathieu van Roggen (die ook al Imperia bezat), dat in licentie licht aangepaste terreinwagens van Land Rover bouwde in opdracht van het Belgisch leger, en daarnaast nog tientallen civiele Land Rover-licenties vooral bedoeld voor de exportmarkt (Belgisch Kongo, Portugal, Brazilië, Australië). In de jaren vijftig bouwde men wel nog een tijdje MV Agusta-scooters in licentie. In 1958 wordt Minerva finaal failliet verklaard.

Andere bron

Bronnen :

  • De geschiedenis van de Belgische auto (Kupélian/Sirtaine)
  • Het grote boek van de Belgische automobiel (Kupélian/Sirtaine)
  • Minerva vandaag (Philippe Boval/Albert Valcke)
  • Minerva (Y&J Kupelian)
  • Wikipedia : “Minerva (Belgisch bedrijf)”